Concurrentiebeding en wijziging arbeidsverhouding

expertise:

Employment law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

22 February 2007

De wet schrijft voor dat een concurrentiebeding schriftelijk dient te worden overeengekomen. Recent heeft de Hoge Raad twee belangrijke arresten van gelijke strekking gewezen over het opnieuw schriftelijk overeenkomen van een concurrentiebeding bij een wijziging van de arbeidsverhouding.

Als een wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat drukken, moet het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk worden overeengekomen. Zo oordeelde de Hoge Raad in 1979 in het arrest Brabant/Van Uffelen. Met deze regel uit het arrest Brabant/Van Uffelen wordt beoogd dat de werknemer onder de gegeven omstandigheden opnieuw de gelegenheid krijgt om de consequenties van het voor hem bezwarende beding goed te overwegen in het licht van die nieuwe functie of situatie. De vraag is dan natuurlijk wanneer een wijziging in de arbeidsverhouding "van zo ingrijpende aard" is. 

De lagere rechters in Nederland namen regelmatig op grond van dit arrest aan, dat als eenmaal is vastgesteld dat er sprake is van een ingrijpende wijziging in de arbeidsverhouding, het concurrentiebeding daarmee ook aanmerkelijk zwaarder gaat drukken. In twee recente arresten van 5 januari 2007 heeft de Hoge Raad overwogen dat er dubbel getoetst moet worden: de rechter zal niet alleen dienen te onderzoeken of sprake is van een wijziging van de arbeidsverhouding van ingrijpende aard, maar ook of, en zo ja op grond waarvan, die wijziging meebrengt dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat drukken. Daarbij moet de rechter ook rekening houden met de mate waarin de wijziging van de arbeidsverhouding redelijkerwijze was te voorzien voor de werknemer toen deze het concurrentiebeding aanvaardde. Hoe meer voorzienbaar de wijziging van arbeidsverhouding, hoe minder snel van een ingrijpende wijziging kan worden gesproken. Of een wijziging in de arbeidsverhouding ‘aanmerkelijk zwaarder gaat drukken’ hangt af van de vraag of, en zo ja in hoeverre en in welke mate, die wijziging, na een eventuele beëindiging van het dienstverband van de werknemer, bij handhaving van het concurrentiebeding een belemmering voor de werknemer zal vormen om een nieuwe, gelijkwaardige werkkring hetzij in loondienst hetzij als zelfstandig ondernemer te vinden. De rechter zal de genoemde aspecten in zijn overweging moeten meenemen.

De twee arresten van 5 januari 2007 hebben naar verwachting tot gevolg dat aanzienlijk minder snel dan thans zal worden aangenomen dat een concurrentiebeding vervallen zal worden verklaard door de rechter.

Wij raden werkgevers desondanks aan om bij iedere wijziging in de arbeidsverhouding het concurrentiebeding steeds opnieuw schriftelijk overeen te komen. Volstaat u daarbij niet met een enkele verwijzing naar het concurrentiebeding in de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst, maar neemt u de volledige tekst van het concurrentiebeding opnieuw over in de nieuwe arbeidsovereenkomst. Let u daarbij op of de tekst van het concurrentiebeding aansluit bij de gewijzigde arbeidsverhouding, of dat de tekst van dit concurrentiebeding moet worden aangepast of uitgebreid, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van de activiteiten waarvoor het concurrentiebeding is overeengekomen. Met het steeds opnieuw overeenkomen van het concurrentiebeding bij een wijziging van de arbeidsverhouding kunt u kostbare juridische procedures over de geldigheid van het oorspronkelijke concurrentiebeding voorkomen.