Home » Publication » Prejudiciële vragen over pensioen- en lijfrenteaanspraken in verdragssituaties beantwoord Prejudiciële vragen over pensioen- en lijfrenteaanspraken in verdragssituaties beantwoord expertise: Cassation (Supreme Court Appeals) newsletter: Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief E-mailadres(Required) CommentsThis field is for validation purposes and should be left unchanged. 14 July 2017 Nederland kan lijfrentepremies die zijn betaald voor 1 januari 2001 of na 15 juli 2009 en van het inkomen zijn afgetrokken bij emigratie naar Frankrijk belasten. Dat is niet in strijd met het tussen Nederland en Frankrijk geldende belastingverdrag. Hetzelfde geldt voor pensioenpremies voldaan na 15 juli 2009. Dit heeft de Hoge Raad in een prejudiciële beslissing geantwoord op vragen die hem waren voorgelegd door de rechtbank Zeeland-West Brabant. In Nederland kunnen lijfrentepremies worden afgetrokken van het inkomen en kan pensioen belastingvrij worden opgebouwd. Het is de bedoeling dat in de uitkeringsfase alsnog belasting wordt geheven. Als iemand emigreert, wordt de aftrek en de belastingvrije pensioenopbouw teruggedraaid door het heffen van belasting. Omdat die belastingheffing volgens de wet plaatsvindt op het moment direct voorafgaand aan emigratie, kan de belastingplichtige geen beroep doen op een eventueel door Nederland met het emigratieland gesloten belastingverdrag. De belastingheffing bij emigratie kan echter wel in strijd komen met de zogenoemde goede verdragstrouw. Dat is het geval als belasting wordt geheven over voordelen die volgens het verdrag ter heffing zijn toegewezen aan de immigratiestaat. En dat doet zich volgens de Hoge Raad niet voor als vrijstelling en/of aftrek in de opbouwfase voorwaardelijk werd verleend. Alleen over de periodes dat de wet zo’n regeling bevatte mag de genoten aftrek door belastingheffing worden teruggenomen. Rechtbanken en gerechtshoven kunnen sinds 1 januari 2016 prejudiciële vragen stellen aan de belastingkamer van de Hoge Raad. De rechter vraagt dan aan de Hoge Raad uitleg van een rechtsregel. Daaraan kan behoefte bestaan als de Hoge Raad over die vraag niet eerder heeft beslist. Het gaat om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een rechtbank of hof in behandeling is. De mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen is verbonden aan een aantal voorwaarden: zo moet een antwoord op deze vraag nodig zijn voor het nemen van een beslissing in een zaak en dezelfde vraag moet aan de orde zijn in een groot aantal samenhangende zaken. Partijen en derden kunnen opmerkingen in een prejudiciële procedure via het portaal van de Hoge Raad digitaal indienen. Bron: www.rechtspraak.nl Klik hier voor de onderliggende uitspraak. Share: